Voorbeelden van het gebruik van De doc in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij bent de doc, Doc. .
De Doc is ergens in deze bossen met een vampier.
Ik weet niet waar de Doc naar toe ging.
De doc is professor Engelse literatuur aan het Frannahaninternaat voor jongens.
De Doc is weg. Hij is weg!
De doc kan me iets geven.
De Doc zorgt voor ons.
Waar is de doc, jongen? Einstein!
De doc kreeg dit van Dade General.
Ik reis gewoon met de Doc.
Het is de Doc.
Moeten we ons zorgen maken over de Doc?
Hier is hij, de Doc zelf.
Deze zaak heet Doc's en ik ben de doc.
Mensen van de Narrows, hier is de Doc.
Ik doe een verkenningsexpeditie voor de doc.
Ze kunnen je de Doc noemen.
Asymptomatisch, zegt de doc.
De Doc huisartsen is al meer dan 20 jaar gevestigd in het centrum van Den Haag.