Voorbeelden van het gebruik van De wandel in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Lynn en Emmylou aan de wandel.
We waren met zijn drieen aan de wandel.
Vanuit het huisje kan je gelijk aan de wandel.
Sofia is aan de wandel.
Cade is aan de wandel.
En het spreken wordt opbouwend en de wandel koersvast.
Gedurende 4 minuten gaat de buit alleen aan de wandel.
Verdachte plus twee aan de wandel.
Verdachte plus twee aan de wandel.
Negatief, Bat is aan de wandel.
Negatief, Bat is aan de wandel.
Hij gaat aan de wandel.
We zijn gewoon één grote man, aan de wandel in het bos.
Fallout is aan de wandel.
Nou, we kunnen net zo goed aan de wandel gaan.
Ze zijn aan de wandel.
Slachtoffer één is aan de wandel.
Grootboek is aan de wandel.
Al mijmerend over vroegere tijden gaan we aan de wandel.
Gelegen aan de wandel en fietspaden op 50 meter van het water in doodlopende straat.