Voorbeelden van het gebruik van Douchte in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik douchte vanmorgen.
Hij douchte vanmorgen.
Als ik tijd had, douchte ik vijf keer per dag.
En ik douchte drie keer per dag.
Gisteravond douchte ik na geplast en gepoept te hebben.
Jake douchte met z'n kleren aan.
Ik douchte… maakte m'n bed op… en ruimde m'n kamer op.
Ik douchte… maakte m'n bed op… en ruimde m'n kamer op.
Al die verloren jaren dat ik alleen douchte.
Ik keek hoe m'n zusje douchte.
Omdat je met mijn verloofde douchte?
En jij kwam 2 uur later klaar, terwijl ik douchte of sliep.
Dat ik een paar dagen niet douchte.
Zat hij ook zo toen ik douchte?
Toen ze in jouw kantoor douchte.
Ik weet het, maar ik douchte nog nooit.
Ze kan wachten tot ik douchte.- Prima.
Prima. Ze kan wachten tot ik douchte.
Prima. Ze kan wachten tot ik douchte.
O, hij douchte vanmorgen.