Voorbeelden van het gebruik van Drieling in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dus nu is het een drieling.
Wacht, waarheid of fictie? De drieling.
Zijn vrouw heeft een drieling gehad.
Wacht, waarheid of fictie? De drieling.
De arts met de drieling.
De dokter met de drieling.
We waren een drieling.
Ze werd zwanger van een drieling: 2 meisjes
Nu de drieling weer naar Rio gaat wil ik Zuid-Amerika verder verkennen.
Dat stel met die drieling vraagt naar die vondeling.
Drieling! Je ging tevroeg weg.
Het was een drieling, en we hebben ze eerlijk gedeeld.
Een drieling. We hebben ze eerlijk verdeeld.
Het was een drieling, en we hebben ze eerlijk gedeeld.
Gefeliciteerd, een drieling. Praten ze?
Ja, een drieling. Je bent zwanger.
Dé ideale wandelkar voor jouw drieling!
32 jaar oud, draagmoeder van een drieling.
Ik ben zwanger… Van een drieling.
Goed nieuws, jullie krijgen een drieling.