Voorbeelden van het gebruik van Freda in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Freda, geef antwoord.
Het gedoe met Freda.
Freda Halle is gearresteerd.
En jij, Freda?
Haar voornaam was Freda.
Freda, bel de politie.
Het betreft Freda Halle.
Mijn vriendin Freda Gatz daar.
Freda was negen jaar oud.
Freda toonde ons een brief.
Ik noemde mijn auto Freda.
Freda Gatz is een beest.
Ik weet meer dan Freda.
Freda, het spijt me zo.
Freda, ik moet je spreken.
Dat viel zelfs Freda op.
Ben jij dat, Freda?
Ik wil graag helpen, Freda.
Ik kan Freda niet zomaar dumpen.
Jij moet Freda zijn. Hallo.