Voorbeelden van het gebruik van Hij eet in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij eet vanavond bij de Mason's.
En hij eet biefstuk.
Hij eet kiezelstenen om spijsvertering te bevorderen.
Hij eet genoeg.
Hij eet te vlug?
Ja hij eet alles!
Hij eet voedsel.
Hij eet te veel vet?
Hij eet echter weinig en zijn gezondheid gaat zienderogen achteruit.
Hij eet katten.
Hij eet weinig en bedient zijn parochie met een oude Honda uit 1968.
Hij eet fruit en groente.
Mr. Mayor, hij eet een heel bietenveld op.
Hij eet en eet en eet.
Hij eet alles.
Hij eet ze in bed.
Ja, hij eet alles wat mama maakt.
Wat is een Wildling? Hij eet kinderen?
Wat is een Wildling? Hij eet kinderen.
Wat is een Wildling? Hij eet kinderen.