Voorbeelden van het gebruik van Hij eet in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waarom? Hij eet al ons eten op?
Hij eet wat ik 'm voorzet.
Hij eet uit vuilbakken van restaurants.
Hij eet honden, katten en konijnen.
Geloof me, hij eet oude vrouwtjes als ontbijt.
Hij eet zeeslakken.
Hij eet toch niet.
Hij eet kinderen.
Ja, en hij eet, recreatief een falafel.
Hij eet noch slaapt… en stopt nooit.
Hij eet naast zijn eigen, ook Enki's portie.
Hij eet niet meer met me.
Hij eet te veel en te vaak.
Hij eet zijn eigen kinderen om te voorkomen
Hij eet voor twee!
Hij eet alles weet je.
Hij eet kinderen.
Hij eet niet en drinkt niet.
Hij eet vuilnis en zijn eigen kak.