Voorbeelden van het gebruik van Eet goed in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Eet goed en slaap veel.
Eet goed, eet zeewiernoedels.
Ik eet goed, doe aan beweging,
Ik rook niet. Ik eet goed, ik drink niet.
Hij eet goed.
Ik eet goed.
Hij eet goed.
Nee, ik eet goed.
Thuis/ Archieven voor de uitoefening eet goed en gemotiveerd blijven.
Ja, ik eet goed.
Eet goed.
En eet goed.
Eet goed.
Dat varken eet goed.
Ze eet goed.
Eet goed, meer dan de juiste hoeveelheden
Je eet goed en overvloedig: gelegen in een plaats omgeven door groen
Mooie eigenaren, weten hoe u alle regelrecht x bezoek Bologna geven en eet goed op een budget!
Eet goed, luister naar het advies van de artsen,
ga vaker naar buiten, eet goed, dan is je beschermende barrière sterk en betrouwbaar.