Voorbeelden van het gebruik van Kamer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De vrouw en ik waren in de kamer.
En ga in uw kamer slapen.
Iedere kamer heeft eigen(kleer)
Alle patiënten in hun kamer opsluiten.
Blijf in je kamer.
Hij leefde in m'n kamer.
Ik ben in Kamer Twee.
Ik vond dit in z'n kamer.
De kamer en badkamer waren perfect.
Hun eigen bed in hun eigen kamer.
Blijf in je kamer.
Ja. Ik wil graag een kamer voor Malone.
Kiera, jij gaat met Elena in de kamer.
We waren in Marguerites kamer.
Elke kamer heeft een eigen badkamer met douche.
Vanavond ziet u uw kamer.
Ze zitten in de kamer van de rechter.
Ik was in mijn kamer, maar.
Ik ben in Kamer Twee.
En daar?- Dat is mijn kamer.