Voorbeelden van het gebruik van Linc in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En Linc ook?
Linc, ik regel het wel.
Daarna treffen we Linc over een paar dagen.
Linc, ik wist niet dat je een zoontje had.
Linc, ik wist niet dat je een zoontje had.
En Linc?
Linc heeft het mij verteld van het bedrijf.
Linc, we zitten in de problemen.
Linc, ik heb in mijn dagboek gelezen.
Linc, ik wil je niet bellen.
Ik moet u iets laten zien, Mr Linc.
Wat is er, Linc?
De Linc, Kerel de Linc Ja, baby.
Ik wil weten of Linc in orde is.
Haal ons hier weg, Linc!
Om eerlijk tegenover Linc.
Tom?- Hooi, Linc.
Ik ben nu bij hem, Linc.
Weet je 't zeker, Linc?
Jij bent de baas, Linc.