Voorbeelden van het gebruik van Markie in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je bent geen markies, je bent mijn agent.
De stem van de markies van Tewkesbury… bleek doorslaggevend.
De markies en markiezin Steyne.
De markies van Queensbury zal bij alle gelegenheden nageleefd worden.
Markies van Queensbury regeert.
De markies van Queensbury regeert.
Markies van Queensbury regeert.
De markies van Queensbury regeert.
De markies kon hem levend opeten als hij dat wilde.
Markies van Santorini, bent u Italiaans?
Markies van de slangen.
De markies van Linlithgow. Ja?
De markies is haar beu.
De markies was woedend.
Wil de markies hem niet?
De markies en markiezin van Granby.
De markies van Tavistock is?
De markies en markiezin of Granby.
Markies, uw gastheer is een valsspeler
Als Bertie een markies is, dan zou Edith.