Voorbeelden van het gebruik van Neger in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Er was een jonge neger bij de Nigerianen. Hij reed.
Ik heb die neger gehoord ligt nog in het ziekenhuis.
Een vrouw en een neger.
Wat zei je?- Neger muziek!
Spreek geen neger tegen me.
Ik ben je neger niet.
Een hardwerkende zakenman. Een neger.
Ik was in de neger zaken.
Vandaag kwam de neger met brieven. Nee!
Hé, mijn neger.
Een hard werkende zakenman. Een neger.
Ik ben je zwarte, neger.
Hij was geen neger, maar een donkere Colombiaan.
Ik kom niet in de buurt van die neger.
Een blank paar en een neger.
Ik ben je zwarte, neger.
Die neger bij ons heette geen Ryan.
De Soedanese Arabieren hebben neger karaktertrekken.
Truttige neger.
Dat is een goede vraag, neger.