Voorbeelden van het gebruik van Neger in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Procent van onze werknemers is neger.
Met die neger spelen!
Ik ben een neger met een trekker.
Hou op als een neger te denken!
Ik krijg meer vrouwtjes dan jouw vader, neger.
Jij hebt pas neger oren?
En je kleine vriend van school. Is hij een neger?
Meneer… u praat tegen een neger!
Wat zijn jij en die neger van plan?
Weet je, je hebt echt neger oren, schatje.
Een indiaan, een neger en een grijsjas.
Dat hele gedoe is vast verzonnen door een neger.
Iemand hier heeft neger oortjes.
Je zwakke poging om me te vergiftigen is niet gelukt, neger heks.
Uh… een schilderachtig artefact van Neger geschiedenis.
Voor het brengen van die neger.
Hij denkt dat 'n neger niet weet hoe hij 'n cheque moet innen!
je wel kan raden, neger.
Eentje die geen neger genoemd wil worden.
Te veel neger invloed.