Voorbeelden van het gebruik van Nick in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nick.- Ik wil Juliette zien.
Nick.- Zeg het zonder de K.
Ik hielp je nick de ijs-making machine.
Nick hier?
Nick.- Eve. Hoe voel jij je?
Nick.- Eve. Hoe voel jij je?
Nick de wat?- De Pik.
Nick heeft wel gelijk.
Die Nick is de kwaadste nog niet.
Ik kom terug, Nick! oké, verkenners, volg me!
Kom op, Nick, laat Sheen maar praten.
Die Nick is niet zo'n slechte kerel.
Nick, we zullen je contacteren zodra we de ouders vinden.
Kom aan, Nick, laat Sheen praten.
Nick? Waar is Nick gebleven?
Nick vertelt het allemaal wel.
Nick heeft gelijk.
Ik kom terug, Nick! Oké, verkenningseenheid, volg mij!
Kom, Nick, laat Sheen uitpraten.
Nick. Bedankt.