Voorbeelden van het gebruik van Optuigen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het optuigen van de kist met bloemen ging als volgt.
Oké, snel optuigen en over vijf minuten in het schiethuis.
Laat mijn paard optuigen. Sire?
Laat mijn paard optuigen. Sire?
Heeft ons kosteloos geholpen met materiaal voor het optuigen van de laadbomen.
In vissen die een effectieve afweerreactie optuigen overleeft hij niet.
ik moest nog optuigen.
infrastructuur hiervoor optuigen.
Tomas wilde de boom voor het eten optuigen.
Harv en ik gaan cadeaus inpakken met de kinderen en de boom optuigen.
Pap wil weten of je de boom wilt optuigen.
Pap wil weten of je de boom wilt optuigen.
We kunnen Ryan optuigen.
even de kelly optuigen.
Kom, we moeten een schip optuigen.
Dat is nogal een explosie die ze optuigen.
Maar eerst een boom optuigen.
Ik zou in plaats daarvan een kerstboom optuigen.
Je had 'm niet hoeven optuigen.
We gaan hem optuigen.