Voorbeelden van het gebruik van Peuteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kamperen, woudlopen, peuteren en kazen.
Ik kan eindelijk in mijn neus peuteren.
Je neven peuteren tussen hun tanden… met mijn dure Rada-messen.
Niet tussen je tanden peuteren.- Donder op!
Terwijl ze bleven peuteren de kogels uit zijn benen.
Ik zal het eruit peuteren.
Dit is net zo moeilijk als het peuteren in m'n kont.
Net als een zeemeeuw tot ze z'n darmen uit je motor peuteren.
kan ik niet peuteren of snijden.
Waarmee ben je verduiveld bezig, in mijn privé leven peuteren?
Dat is een simpel maaltje, als ze er één uit kan peuteren.
Donder op. Niet tussen je tanden peuteren.
Ik dacht dat je wel aan mijn- werkers lijken zou peuteren, nou.
al deze peuteren zou vergeeflijk.
Niet tussen je tanden peuteren.
Jullie kinderen willen in je neus peuteren… doe het.
Niet in je neus peuteren onder werktijd.
Laat die meiden van het raam peuteren.
je moet niet in je neus peuteren.
Ze houden niet van peuteren.