Voorbeelden van het gebruik van Trainer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ja. Zijn trainer heeft me gebeld.
Daarom heeft hij een trainer nodig.
Ik ben de trainer nu.
Ja, hij is mijn trainer.
Briljante voordelen voor trainer en sporters!
In de tijd dat ik trainer was in de Babe Ruth League.
Als trainer vergeten we niet waar Shamu om draait.
Trainer, schiet op,!
Jij bent z'n trainer.
In het seizoen 2013-2014 was hij assistent trainer bij Jong PSV.
Jij bent mijn trainer.
Hij is niet officieel een trainer.
Martin Jol was speler en trainer in Nederland, Engeland en Duitsland.
niet mijn trainer, en zeker niet mijn ouders.
Ik, uhm, dacht om te solliciteren voor de trainer positie.
De trainer zei dat ze zich nog nooit zo gedroegen.
Sergeant Trainer.- Taktische briefing over 10 minuten.
In november 2018 werd hij trainer van Tempo Overijse.
Hij kon 100 meter voor zijn trainer uitgaan.
Ze is wat gaan drinken met haar trainer.