Voorbeelden van het gebruik van Tuck in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Eerder bij"Nip/Tuck"… Eruit!
Eerder bij Nip/Tuck.
Kan ik iets voor u doen? Eerder bij"Nip/Tuck"?
Eerder in Nip/ Tuck.
Eerder bij"Nip/Tuck".
Dit is Tuck Lampley, live bij het Hope Memorial.
Tuck heeft gelijk, ze geloven de eerwaarde meer!
Tuck gaat uit de bol gaan.
Tuck heeft gezelschap.
Hij reed naast Tuck op 'n grijs paard.
Breng hem met Tuck naar 't klooster.
Ik ken een Tuck, dat klinkt tenminste nog.
Tuck heeft gezelschap. Kijk.
Ik wil niet. Tuck komt te laat… Klaar?
Tuck heeft gezelschap. Kijk.
En Tuck?
Tuck heeft gelijk U bent hier veel veiliger.
Hij heet Tuck.
Ik vind het leuk om Tuck te spelen.
De naam is Tuck.