Voorbeelden van het gebruik van Warms in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Trek iets warms aan.
We willen iets warms.
En absoluut een paar van deze. Iets warms.
Nee, niks warms.
Heeft iedereen iets warms gehad?
Wie is klaar voor iets warms en zoet?
Wil je iets warms drinken?
Ik ben klaar voor iets warms en zoet.
Dan krijg je thuis iets warms te drinken.
Zullen we iets warms drinken?
Emma, we hebben iets warms nodig.
Je had echt iets warms uit moeten zoeken, zoals Florida.
Iets warms en sentimenteels.
Ik krijg in elk geval iets warms van de situatie.
Iets warms, de geur van geluk.
Er komt nu iets heets en warms uit de achterkant van mijn broek.
Ik heb iets warms en lekkers voor je meegenomen.
Je moet al het interessante eruit halen, en er iets warms en droogs inzetten.
Laten we Birmingham voorbij rijden en naar iets warms gaan.
Ik kon daar een vuur maken, en iets warms koken voor haar.