Voorbeelden van het gebruik van Weezen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
bloedverwanten, weezen en armen, en wenscht den menschen slechts goeds;
bloedverwanten, weezen en armen, en wenscht den menschen slechts goeds;
En indien gij vreest, niet rechtvaardig te kunnen zijn omtrent de weezen(der vrouwelijke kunne), neem dan, naar uw behagen, twee of drie, of vier vrouwen,
bloedverwanten, weezen en armen, en wenscht den menschen slechts goeds;
nopens zwakke kinderen, en dat gij rechtvaardig tegenover weezen moet handelen: wat gij ook goed doet, God weet het.
nopens zwakke kinderen, en dat gij rechtvaardig tegenover weezen moet handelen: wat gij ook goed doet, God weet het!
den gezant behoort en aan zijne bloedverwanten, en aan de weezen, de armen en de reizigers indien gij aan God gelooft, en aan hetgeen wij door onzen
den gezant behoort en aan zijne bloedverwanten, en aan de weezen, de armen en de reizigers
wat u is gelezen in het boek nopens vrouwelijke weezen, die gij niet geeft wat u is bevolen, en die gij nooit wilt huwen;
En indien gij vreest, niet rechtvaardig te kunnen zijn omtrent de weezen(der vrouwelijke kunne), neem dan, naar uw behagen, twee of drie, of vier vrouwen,
Ik breng je hun weesje om bij je te wonen.
Klein weesje Frankie.
Het weesje is laat.
Alleen een wees denkt dat familie iets goeds is.
Dat weesje uit Oeganda waar ik over vertelde.
Ik was een wees, en ze zijn mijn dossier kwijtgeraakt.
Ik ben een wees van het lot. Ja.
Jij zei dat de wees te zwak was om te reizen.
Zelfs een weesje, heeft een modder
Hé, weesje.