Voorbeelden van het gebruik van Wil vliegen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik wil vliegen.
Denk je dat hij wil vliegen?
Ik wil vliegen, kun je me ver weg brengen?
En op een dag vind het iemand, die weg wil vliegen.
Ik wil vliegen zoals die meeuwen daar!
Zoals niemand met een zekere vliegtuigmaatschappij wil vliegen in Zuid-Amerika.
Coureur? Ik wil vliegen, net als Amy Johnson?
Maar ze zullen groot moeten zijn als hij wil vliegen.
Je bepaalt bijvoorbeeld dat je wil vliegen.
Er was een gevoel dat ik wil vliegen, geen vermoeidheid.
Hij had 80 weduwnaars en wil vliegen.
Nee, ik wil vliegen.
Ik wil vliegen naar verschillende steden om verschillende dingen te ervaren.
Ik wil vliegen naar verschillende steden om verschillende dingen te ervaren.
Wie wil vliegen met een 767?
Je wil vliegen.
Maar wie wil vliegen?
Een gevleugeld wezen dat wil vliegen… maar dat niet kan.
Ik wil vliegen.
Hij wil vliegen, maar weet niet hoe.