Voorbeelden van het gebruik van Wolf in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wij kruipen naar het gehuil van een wolf.
Een wolf hou je niet tegen met een stok.
Een beetje Whalton en heel veel wolf.
Maar ik… Een wolf in schaapskleren.
Als je een wolf wil zijn, vorm een groep.
Tien dagen geleden was mijn naam David Wolf.
Een wolf. Ja, een wolf.
Een wolf valt geen mensen aan.
Jij bent een soort van… Ik pakte Wolf.
Ik weet dat Ezra Wolf dat heeft gedaan.
Als een walvis, wasbeer, wolf.
Weet u, we hebben hier een arts die Wolf heet.
Marie Utral. Wolf Vermin.
Jullie willen altijd wolf zijn.
Agent Wolf.
Hij is een wolf in schaapskleren.
Niet het schaap. De wolf regeert.
Kan me niet schelen.-Agent Wolf.
Ik ben Scott Wolf.
Geen van jullie beiden is wolf.