Voorbeelden van het gebruik van Benito in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De heer José Luis BENITO PRIOR Douaneraad Mevrouw Maria Teresa LOPEZ.
MARTIN BENITO( mevrouw) Adviseur.
En Benito Velasquez.
Benito, mijn zoon.
Zei Benito dat?
Kom hier, Benito.
Hij heet Benito Cruz.
Waar is Benito?
Benito Mussolini wordt geëxecuteerd.
Allemaal van Benito Ramon!
Elke week, Benito.
Begin met San Benito.
Benito, wat doe je?
Benito Ramon was de eigenaar.
Ik heet al evenmin Benito.
Benito Alvarez, onze man.
Benito is een Spaanse voornaam.
Je kent broeder Benito al.
Ken je Benito Alvarez?
Hoe gaat het, Benito?