Voorbeelden van het gebruik van Einar in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hier Einar Stølen, de sheriff.
Einar haat jou nog steeds.
Einar is z'n broer.
Einar, mijn god.
Vertel me over Einar.
Einar lacht je uit!
Praten of anders, Einar?
Ik ben gelijk Einar.
Welke roem brengt dat, Einar?
Ik ben getrouwd met Einar wegener.
Einar, wat is er?
Einar heeft elke steen bestudeerd.
Je moet hiermee stoppen Einar.
Excuseer dat Einar hier niet kon zijn.
Einar' is ook een schilder.
Soms wil ik Einar doden.
Ik ben het eens met Einar.
Ik wil Einar terug zien.
Tijd om dood te gaan, Einar.
Einar, mag ik je iets vragen?