Voorbeelden van het gebruik van Einar in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Alsjeblieft. Einar.
Goeiemorgen. Einar.
Jij en Einar.
Ik ben Einar.
Vecht tegen Einar.
Vecht tegen Einar.
Einar, mijn god.
Einar lacht je uit.
Einar, verdomme.
Ik ben zoals Einar.
Het is Einar. Draaien!
Einar haat je nog steeds.
Einar is z'n broer.
Einar heeft me leren autorijden.
Einar en de anderen?
Einar is ook een schilder.
Over wat, Einar?
Heb je Einar gezien?
Einar, wat is er?
Bedankt voor Inga en Einar!