Voorbeelden van het gebruik van Elmo in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Mama, Elmo ging weg.
Elmo Chester, vier jaar.
Het spijt Elmo ook.
Elmo kon het.
Bedoel je mij, Elmo?
Ik heb haar Elmo nooit aangeraakt.
Draagt Elmo geen broek?
Elmo, dat zeg je niet?
Je kunt Elmo goed imiteren.
Elmo slecht praten bij opvoedkundig programma!
Het was dezelfde hand als in Elmo.
Elmo is heel blij met Elmo's kleine Elmo's, oké?
Doc, wij zijn het, Ed en Elmo.
Mag Elmo aan je genitaliën ruiken?
Elmo, zet je even aan de kant.
Elmo denkt dat de tijd het wel zal uitwijzen.
Mamma, doe de stem van Elmo na.
Het is alsof je Elmo ontslaat.
Misschien denkt Elmo wel dat die niet bestaan.
Nee, waarom hangt Elmo aan mijn arm?