Voorbeelden van het gebruik van Hein in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
HEINEN, Jean-Marie Emile Ghislain,
Waarom Hein?
Hein ging net.
Hein was eigenlijk.
Anthony Hein was een seriemoordenaar.
Hij chanteerde magere Hein.
Hein heeft je 3 eenheden gegeven.
Die Teun heet eigenlijk Hein.
Voorzitter de heer Piet Hein DONNER.
bel een Hein.
Het is zo persoonlijk als een Albert Hein.
Magere Hein denkt dat ik voor hem werk.
Hein, Larsen en Shaw hadden allemaal iets gemeen.
Hein, Larsen en Shaw hebben allemaal iets gemeen.
Liza, je krijgt de groeten van Hein.
Weet je waarom we hem magere Hein noemen?
Hein Diependaele is in het verleden zijn raadsman geweest.
Die Hein, hij werkte in een wasstraat, toch?
Onmiddellijk na zijn studies is Hein actief geworden bij Vandelanotte.
Hein raakte in dit gevecht gewond door een musketschot in de linkerarm.