Voorbeelden van het gebruik van Johns in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ook Johns grootvader had deze gave.
Mijn vader en Johns moeder zijn broer en zus.
Geen Johns?
Johns fascinatie voor brommers begon al op jonge leeftijd.
Blijkbaar heeft niet iedereen Johns vermogen een ondervraging te weerstaan.
Johns broer zei dat Darhk kon worden gevonden op een plek genaamd Stonehaven.
Ik ben Barbara, Johns ex-vrouw.
Dit is m'n kleinzoon Chase, Johns neef.
Julien Curtis, Johns zoon.
We rijden met Johns auto naar Micks huis.
Ik zet Johns werk na zijn dood voort.
Johns bezoekje heeft indruk op je gemaakt.
Ralph beledigde Johns vrouw?
Ik heb Diggs moeder het nieuws verteld, en Johns vader.
Hij zat in Johns klas.
Het geld wordt dan overgeladen in Johns busje.
Ik dacht dat de omstandigheden van Johns ongeluk normaal waren.
Dat verdienen Johns.
Ik weet dat je mijn zorgen over Johns plannen deelt.
Ik heb ook nog geen Conrad gevonden in Johns oude dossiers.