Voorbeelden van het gebruik van Reston in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Reston is een nobody.
Reston is bij de gevangenis.
En Mrs Reston rekening?
Reston, het witte huis.
Mr Reston was een knutselaar.
Reston, gaat u zitten.
Mr Reston weet niets meer.
Toen werd Debby Reston vermoord.
Je bent een herrieschopper, Reston.
De journalist heet Josh Reston?
Lichamen op een ijsbaan in Reston.
Reston heeft alle grote geldschieters al.
Het was Reston.
President Reston wil jullie graag ontmoeten.
Ik kijk naar jou, gouverneur Reston.
Maar dit is niet van Reston.
Ik moet naar de vergadering in Reston.
Josh Reston is weer terug?
Haar man gaat niet naar Reston.
Ledereen behalve die arme Frank Reston.