Voorbeelden van het gebruik van Romulus in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij is Romulus Augustus Caesar.
Net als Romulus en Remus.
Kom morgen eten op Romulus.
Was jij tuinman op Romulus?
Ik maak me zorgen om Romulus.
Romulus begeleidt je naar huis, Loxi.
Er heerst Terrellische pest op Romulus.
Romulus, waar ben je geweest?
En Romulus, de stichter van Rome.
Mr TC Romulus, onze entomoloog.
Dat is een pijnlijk onderwerp voor Romulus.
Waarin het Rijk vanaf Romulus geregeerd wordt?
Romulus en ik zijn dol op sentiment.
Remus en Romulus werden opgevoed door een wolf.
Hij was de oudvader van Romulus en Remus.
Sinds Romulus en Remus is er niet meer zoiets Rome binnengekomen.
Tuinman, van de Cardassiaanse ambassade op Romulus?
Maar we kunnen Romulus wel naar u toe brengen.
Romulus, ik had jou de leiding moeten geven.