Voorbeelden van het gebruik van Jonson in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wie is Ben Jonson?
Jij bent Benjamin Jonson, toneelschrijver.
Zoon van William Jonson, glasblazer.
Jonson ging naar school in St.
Nu niet mr Jonson alstublieft oom Aartin.
Hij heeft Jonson en Manfredi gedood, niet?
In mijn wereld worden geen toneelstukken geschreven, Jonson.
Ik heb niet heel de nacht, Jonson.
Ik kan… dit allemaal… laten verdwijnen, Jonson.
Mr. Jonson.
Jonson doet het niet slecht voor alledaagse stukjes, maar Shakespeare.
Señor Jonson. Een voor uw zwijgen.
Of willen jullie Dunbar in de modder zien zoals Manfredi en Jonson?
En als u niet zwijgt, is dat niet goed voor Señor Jonson.
Ik word herinnerd aan de ervaring van Carl Olof Jonson en zijn onderzoek.
werd de dichter en toneelschrijver Ben Jonson de leidende literaire figuur.
De moffen hebben gisteren Manfredi en Jonson neergeschoten en vandaag doet hij handel met hen.
Beloof me, Jonson. Beloof me
Zijn tijdgenoot Ben Jonson noemt hem in een adem samen met Christopher Marlowe