Voorbeelden van het gebruik van M'n nummer in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je hebt m'n nummer.
Je wilt m'n nummer.
Waarom gaf je hem m'n nummer?
Hij heeft m'n nummer. Hij kan bellen.
Hij heeft m'n nummer. Het was geen openingszin.
Vanwaar heb je m'n nummer?
hier is m'n nummer.
Ik geef je m'n nummer. Of geef me jouw nummer. .
M'n nummer ligt naast de gootsteen.
Je had m'n nummer nog niet.
Geef 'm m'n nummer als je 'm vindt.
Die krijgt m'n nummer wel.
Je hebt m'n nummer.
Volgende keer krijg je m'n nummer.
Je hebt m'n nummer.
Ga weg en raak m'n nummer kwijt.
En je hebt m'n nummer.
Hier heeft u een pen met m'n nummer.
Mocht u iets te binnen schieten, dit is m'n nummer.
Je hebt m'n nummer.