Voorbeelden van het gebruik van Natacha in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Heb ik je al verteld over Natacha's vriendin?
Schiet op, Natacha.
Meer eetlust, Natacha.
Waar is Natacha?
Natacha, kom hier.
Ontmoeting met Natacha Birds.
Toon je honger, Natacha.
Dit is mijn vrouw Natacha.
Weet je dat Natacha?
En het lichaam van Natacha.
Afwerking derde was Natacha Gachnang.
Natacha ziet het zo niet.
Is Natacha niet thuis?
T Betref m'n nichtje Natacha.
Natacha was niet op tijdens ons verblijf.
Natacha… wees vriendelijk voor onze gast.
We voelden ons zeer comfortabel met Natacha.
En wat doe je met Natacha?
Bedankt, Natacha, dat je hem bij ons kwam weghalen.
Dat is Oleg, de broer van Natacha.