Voorbeelden van het gebruik van Natacha in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze is dus veel minder een bedreiging dan Natacha denkt.
Nee, dank u. Ik heet Natacha.
Ls het Natacha?
Ze is dus veel minder een bedreiging dan Natacha denkt.
Je bent gek, Natacha!
Ik begrijp deze koppigheid van Natacha niet.
Het is Natacha.
Ik ben de vader van Natacha.
Ik begrijp deze koppigheid van Natacha niet.
Natacha, wat zeg je nu?
Natacha, ik denk helemaal niets.
Natacha, ik denk helemaal niets.
Brandon deed een kort verhaal in een anthologie met Natacha.
Jawel, ik kwam Natacha brengen.
Dus ze wil niet. Snap je, Natacha zegt dat Bobik een beetje ziek is.
Ls het Natacha?
Ik heet Natacha.
Schiet op, Natacha.
Op William en Natacha!
Ken jij een Natacha?