Voorbeelden van het gebruik van Weerwolf in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
maar je werd als weerwolf geboren.
Is Kate nu een weerwolf?
Jij noemt ons weerwolf.
Ik hoop dat ik vervormer word, in plaats van een weerwolf.
Ik was een weerwolf.
Dat is het symbool voor een weerwolf.
Dus ze is een weerwolf.
Nina is een weerwolf.
Dit is Mara de dode weerwolf.
De meest machtigste weerwolf.
Is ze een weerwolf?
Ik ben een weerwolf.
Mijn weerwolf, mijn geneesmiddel.
Tot de weerwolf is aangepakt, lopen we gevaar.
Die weerwolf zal naast die X staan.
Als Mijnheer Weenie een weerwolf wordt, gebeurt dat nu.
Nathan kwam een weerwolf tegen die uit zichzelf kan veranderen!
Een weerwolf, bedoel ik!
Een weerwolf die overdag aanvalt?
Ik heb geprobeerd een weerwolf te doden en heb gefaald.