BOXEADOR - vertaling in Nederlands

• bokser
• boxer
• vechter
• vuistvechter
• beroepsbokser
• prijsvechter
• boksers

Voorbeelden van het gebruik van Boxeador in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Boy, él es un boxeador,¿no?
Jongen, hij is een krachtpatser, is hij niet?

Y la última cosa en perder cualquier boxeador es su golpe.
En het laatste wat een bokser verliest is zijn punch.

Ningún boxeador ha aparecido.
Geen van beide boksers is al verschenen.

Mi abuelo era boxeador, Charlie Putnam.
Mijn grootvader was een bokser, Charlie Putnam.

Ilustración coloreada de boxeador en el fondo oscuro.
Gekleurde illustratie van doosvechter op de donkere achtergrond.

Lo mío es ser boxeador.
Maar wel om bokser te zijn.

El boxeador tuvo la oportunidad de representar a su país….
De sterspeler kreeg de kans om zijn land op….

Ven aquí, niño boxeador.
Weimer. de bokser. Kom eens hier.

Qué boxeador.
Wat een vechter.

Atlético, buen boxeador. Roncas en la noche
Atletisch, goed in boksen, snurkt 's nachts,

Y entonces me hice boxeador.¿Me entiendes?
Daarom ben ik gaan boksen, snap je?

Es como yo. Excepto que es boxeador y tiene un gemelo malvado.
Alleen is hij een bokser met een gemene tweelingbroer.

El boxeador cubano Teófilo Stevenson ganó su tercer oro.
De Cubaanse zwaargewichtbokser Teofilo Stevenson won zijn derde opeenvolgende goud.

Es tan sólo otro boxeador.
Het is gewoon weer 'n bokser.

¿Cómo puede ser que ustedes, cristianos, no tengan ningún boxeador?
Hoe komt het dat jullie christelijken niemand in de bokswedstrijd hebben?

El chico será boxeador.
Dat kind wordt een knokker.

Sé que es usted boxeador.
Jake vertelde, dat je een bokser bent.

No me importa cuánta habilidad tienes como boxeador.
Het interesseert me niet hoeveel vermogen je hebt als een vechter.

Era un boxeador muy bueno.-¿Boxeador?
Hij was vroeger 'n goede bokser.

Bob, el Blanquito, era boxeador.
White Boy Bob was vroeger 'n bokser.