COCINANDO - vertaling in Nederlands

• koken
• het koken
• bakken
• bereiden
• kok
• te koken
• kookt
• gekookt
• kokende
• bereidt

Voorbeelden van het gebruik van Cocinando in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Me he pasado toda la tarde cocinando.
Ik heb de hele middag gekookt.

Podré ver más gente cocinando.
En ik kan naar meer kokende mensen kijken.

Niña cocinando cupcakes.
Het meisje bereidt cupcakes.

El piso de la cocina indica que la Mamá estaba cocinando una torta.
De keukenvloer had sporen dat moeder een cake aan het bakken was.

Escuchando musica, cocinando, limpiando… nada mas.
Naar muziek luistert, kookt, schoonmaakt, meer niet.

Estuve cocinando, estuve cocinando.
Ik heb gekookt.

Graduación, Peter Pan, cocinando los sombreros, boinas de la marina;
Graduatie, peter pan, kokende hoeden, marinebaretten;

Cada vez que Bree Van De Kamp se sentía deprimida encontraba consuelo cocinando.
Telkens Bree Van de Kamp zich slecht voelde… vond ze troost in het bakken.

¿Donde esta cocinando darby el crank?
Waar kookt Darby de crank?

Nelly estuvo cocinando toda la mañana.
Nelly heeft de hele morgen gekookt.

¿Qué está cocinando?
Wat is hij aan 't bakken?

Kramer cocinando una prenda.
Kramer kookt wat corduroy.

Tu madre pasó horas cocinando.
Je moeder heeft gekookt.

Eh, guapo.¿Qué estás cocinando?
He, knapperd. Wat ben je aan het bakken?

En el libro, Bella pasa mucho tiempo cocinando para su padre.
In het boek kookt Bella vaak voor haar vader en zichzelf.

El chef lleva dos horas cocinando.
De chef heeft al twee uur gekookt.

Estaba pensando acerca del caso y cocinando.
Ik dacht aan de zaak en bakken.

Garro procede de Sicilia, aunque lleva 30 años forjando y cocinando en San Francisco.
Garro is afkomstig uit Sicilië maar smeedt en kookt sinds 30 jaar in San Francisco.

Simon está cocinando.
Simon heeft gekookt.

Las familias juntas, la esposa cocinando para el esposo.
Dat gezinsleven. Een vrouw die kookt voor haar man.