AANKLACHT - übersetzung ins Deutsch

• Anklage
• Anzeige
• Anklagepunkt
• Anklageschrift
• Beschuldigung
• Anschuldigungen
• Vorwürfe
• Strafanzeige
• Anklageerhebung
• Mordanklage
• Armutszeugnis
• Anklageverlesung

Beispiele für die verwendung von Aanklacht auf Niederländisch und deren übersetzungen ins Deutsch

Voor elke aanklacht hebben ze je tweets, je Instagram.
Ihre Twitter- und Instagram-Posts. Für jeden Anklagepunkt, haben sie diese Hefter.

Ik stuurde de aanklacht meteen door naar India.
Ich leitete die Anklageschrift sofort an India weiter.

De aanklacht is zeer ernstig.
Das sind schwere Anschuldigungen.

Heb je 'n aanklacht tegen 'm?
Haben Sie eine Anklage gegen ihn?

De aanklacht is ingetrokken.
Die Anzeige ist zurückgezogen.

Laat deze aanklacht vallen of wij presenteren het in de rechtszaal.
Lassen Sie diese Vorwürfe fallen oder wir werden sie vor Gericht vorlegen.

De aanklacht is om 9 uur.
Anklageerhebung ist um 9.

Een aanklacht. Misschien zelfs de bak.
Ne Strafanzeige, vielleicht sogar Gefängnis.

De eerste keer dat je de aanklacht leest, is het een vloedgolf.
Las man die Anklageschrift zum ersten Mal, haute es einen um.

Heb je een aanklacht tegen hem?
Haben Sie'ne Anklage gegen ihn?

De aanklacht is meer dan ernstig.
Das sind schwere Anschuldigungen.

Elke aanklacht is enorm.
Jeder einzelne Anklagepunkt ist enorm.

Ik heb het over de aanklacht wegens huiselijk geweld tegen uw ex-man.
Ich meine die Anzeige wegen häuslicher Gewalt gegen Ihren Ex.

Het was niet omdat hij vals beschuldigd was, maar omdat de aanklacht juist was.
Nicht wegen der falschen Anschuldigungen, sondern weil die Vorwürfe zutrafen.

Perry ontkent de aanklacht.
Perry stritt die Beschuldigung ab.

De aanklacht blijft staan.
Die Mordanklage bleibt.

De aanklacht is om elf uur.
Seine Anklageerhebung ist um 11 Uhr.

De aanklacht is al in behandeling genomen.
Die Anklageschrift wurde dem Gericht bereits vorgelegt.

De aanklacht tegen Jessup wordt ingetrokken.
Die Anklage gegen Jessup wird fallengelassen.

Aanklacht één: liegen tegen een overheidsfunctionaris.
Anklagepunkt eins, Belügen eines Beamten.