Beispiele für die verwendung von Moeten zeggen auf Niederländisch und deren übersetzungen ins Deutsch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik had het tegen haar opa moeten zeggen.
Ik had al eerder iets moeten zeggen.
Ik had het u moeten zeggen.
Dat had ze moeten zeggen.
Ik had niks tegen Lacey moeten zeggen.
Dat is wat ze had moeten zeggen.
Ik had 't moeten zeggen van die andere school.
Ik had het Gideon moeten zeggen.
ik had je dit al veel eerder moeten zeggen.
Dat is wat hij had moeten zeggen.
Ik had dat nooit moeten zeggen.
Ik had het niet moeten zeggen.
Had ik meteen moeten zeggen.
Je had 't moeten zeggen.
Ze weten niet wat ze moeten zeggen en ik snap het.
Ik had moeten zeggen dat ze het huis verkochten.
Ik had het moeten zeggen.
Je had op het op de schip moeten zeggen.
Je had niks moeten zeggen.
Dat had ik niet moeten zeggen.