Examples of using Boosheid in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De wereld zou veranderd worden van boosheid naar goedheid, van materiaal tot geest.
Zijn boosheid is tercht,
Al die haat en boosheid is niet goed voor je!
Die brok boosheid die je in je keel hebt?
Hoogte van de boosheid onder de mensen!
Elke boosheid jegens de gelovigen, Heer je mededogen bent.
Boosheid. Wat nog meer?
Is boosheid niet iuist goed?
Ik zie geen boosheid in haar.
Vanwege de boosheid van haar inwoners.
Ik doe dit niet uit boosheid, want je bent mijn zoon.
Je boosheid is terecht.
We houden onze boosheid in de hand.
Boosheid. Woede.
Dan zult gij zekerlijk beschaamd en te schande worden, vanwege al uw boosheid.
Je boosheid is terecht.
Het voorwerp geeft niet langer boosheid voor valschade.
Zelfs in Mijn huis vind Ik hun boosheid, spreekt de HEERE.
Alzo hebt gij het landontheiligd met uw hoererijen en met uw boosheid.
ze vermoorden van hebzucht en boosheid.