BOOT in English translation

• boat
• boot
• ship
• ferry
• yacht
• barge
• boats
• boating
• boots

Examples of using Boot in Dutch and their translations into English

Jonas denkt dat 'n boot, gemaakt door mensen.
Jonah thinks that a ship made by men.

Op de boot in een fruitwagen.
On a ferry, in a fruit truck.

Vandaag afgestudeerd van boot camp als soldaat Elizabeth Blane.
As private elizabeth blane. Today graduated from boot camp.

Verdedig de boot of je raakt je borg kwijt.
Defend the barge or risk losing your deposit.

Boten te koop Koop een boot bij WWY.
Boats for sale Buy a yacht at WWY.

Wanneer u liever een boot hebt, kunt u op een trawler vertrekken.
If you prefer boating, head out on a trawler.

Deze boot is gemaakt door Portugese ambachtslieden.
The boots are handmade by Portuguese craftsmen.

Je noemt de boot"zij".
You call boats"she.

Hij gebruikt Andy's boot, hè?
That will be Andy's boat he's using?

Is er een andere boot in de buurt?
Is there another ship in the area?

Boot naar Wall Street.
Ferry to Wall Street.

De boot valt uit elkaar!
The barge is falling apart!

Maakt u zich zorgen over uw boot ver van huis? Charter.
Worried about your yacht far away? Charter Thuishaven.

Let op wat je zegt, Boot.
Watch what you're saying, Boot.

Boot ongeval.
Boating accident.

De boot is gemaakt door Portugese ambachtslieden.
The boots are handmade by Portuguese craftsmen.

Ik hoorde dat een boot delen vriendschappen kan vernielen.
I heard that sharing boats can ruin friendships.

Hond, Boot, wit, kerk, familie.
Boat, white, church… family. dog.

Alsof deze boot vervloekt is!
It's like this ship is cursed!

Mijn boot is daar.
My barge is through here.