SCHIFF - vertaling in Nederlands

• schip
• boot
• vaartuig
• boord
• schiff
• schepen
• vaartuigen
• bootje

Voorbeelden van het gebruik van Schiff in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Schiff kann nicht geortet werden.
Kan vaartuig niet vinden.

Ich habe neben seiner Nummer ein Schiff gezeichnet.
Ik heb een boot naast zijn nummer getekend.

Was passiert, wenn jemand später auf das Schiff kommt?
Wat gebeurt er als iemand later aan boord gaat?

Das Schiff wurde auf dem Schwimmdock von Lürssen in Vegesack gebaut.
Het bootje was op de werf van Van Ravesteijn in Leidschendam zeewaardig gemaakt.

Außerdem musste jedes Schiff das auf den Vassbotten segelte, Gebühren bezahlen.
Bovendien moesten alle vaartuigen die de Vassbotten invoeren tol betalen.

Unser letztes Schiff ist zurück.
De schepen zijn weer terug.

Schiff Steuerbo would voraus!
Schip aan stuurboord!

Mr. Schiff, wie war meine Mom als Teenagerin so?
Mr Schiff, hoe was mijn moeder als tiener?

Das Schiff war in Position.
Het vaartuig was stabiel.

Da war aber kein Schiff am Dock, Sir.
Er was geen boot bij die kade, meneer.

Elnor, du solltest auf dem Schiff bleiben.
Elnor, je moest aan boord blijven.

Damit das Schiff es sieht?
Voor de schepen om te zien?

Schönes Schiff habt ihr hier.
Leuk bootje heb je versierd.

Italien _BAR_ 1 Schiff _BAR.
Italië _BAR_ 1 vaartuigen _BAR.

Und sie sind identisch mit denen am schiff.
Ze zijn exact hetzelfde als de tekens op het schip.

Dieser Schiff ist ein bisschen plemplem.
Die Schiff kerel is beetje gek.

Dieses Schiff ist Eigentum des Volkes der Sowjetunion.
Dit vaartuig is eigendom van het Russische volk.

Mit She-Ra und einem Schiff schaffen wir alles.
Met She-ra en een boot kunnen we alles aan.

Es gab keine Drogen auf dem Schiff.
Er waren geen drugs aan boord.

Wieso gibt es dasselbe Schiff an zwei verschiedenen Orten?
Waarom zijn er twee schepen met dezelfde naam?