Voorbeelden van het gebruik van Bootje in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
blauw geschilderd bootje.
Lijkt erop dat we in hetzelfde bootje zitten.
Je had 'n lek bootje gehuurd.
Ze zitten in een bootje.
Ze hijsen dit bootje vast omhoog.
hield zich aan het bootje vast.
Mijn bootje blijft maar kapseizen,
Uit een bootje gevallen?
Dit bootje heeft me 150.000 dollar gekost.
Het bootje bestaat nog steeds.
Stewie vaart met een bootje naar het cruiseschip en heeft een pistool meegenomen.
De oever wordt bewaakt en ons bootje is in het donker niet te vinden.
Op het bootje. Mijn rechercheurs vertelden me dat er drie mannen waren.
Dit bootje heeft me 150.
Hij zit in een bootje in de haven te vissen.
Dat bootje is te klein om zo ver op zee te zijn.
De reddingsvesten en dat bootje ook, zodat jullie veilig waren en zij niet?
Je gaat niet weg op dat bootje, maar je hebt al een goed leven.
Dat bootje is te klein om zover op zee te zijn.
Een bootje over de Rijn en even lopen.