DAS BOOT - vertaling in Nederlands

• de boot
• het schip
• boot
• de sloep
• de onderzeeër
• de boten
• t schip

Voorbeelden van het gebruik van Das boot in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Dreh das Boot!
Draai de sloep.

McKillop, könnte das Boot den Sturm überlebt haben?
McKillop. Kan die boot de storm doorstaan hebben?

Ich kann immer noch eine Mark 48 trocken abfeuern und das Boot hochjagen.
Ik kan nog steeds een Mark 48 afvuren en de onderzeeër laten ontploffen.

Was malst du? Such das Boot.
Zoek 't schip. Wat is dat?

Und jetzt das Boot meines Onkels?
En nu de boot van m'n oom?

Ich werde das Boot drehen.
Ik zal het schip omdraaien.

Morgen feierst du dort, wenn wir das Boot haben.
Morgen, als we de sloep hebben.

Ja, es ist das Boot meines Vaters.
Ja, dit is mijn vaders boot.

Sie versprachen, mich nicht zu untergraben oder das Boot zu sabotieren.
Je gaf me je woord dat je me niet ging ondermijnen of de onderzeeër ging saboteren.

Maverick. Rooster, funk das Boot an.
Maverick'… Oké,'Rooster', neem contact op met 't schip.

Sir, ich bringe das Boot zum Blockadering.
Sir, ik breng de boot naar de blokkade.

Das Boot hatte Davidstown sicher schon erreicht.
Het schip had ondertussen zeker Davidstown bereikt.

Bewach das Boot.
Let op de sloep.

Sully hat das Boot gekauft.
Sully heeft die boot gekocht.

Wissen Sie etwas über das Boot?
Weet u iets van 't schip?

Er hat das Boot klargemacht.
Hij heeft de boot uitgehoosd.

Niemals das Boot verlassen, Mann!
Verlaat nooit het schip, man!

Oxford, bereitet das Boot vor.
Oxford, zet de sloep klaar.

Er hatte das Boot allein gebaut.
Hij had die boot helemaal gerestaureerd.

Was? Fahr das Boot weg, wir springen!
Wat?-Verplaats de boot, we gaan springen!