Voorbeelden van het gebruik van Bootje in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze gaan weer naar buiten, met het Rangers bootje op de sleep.
Elk huisje zijn eigen bootje.
Met z'n allen in 'n bootje mallemoer, mallemoer.
Hier heb ik mijn bootje teruggetrokken.
Klomp- Bootje-(Botterklomp) 15cm Dit vinden kinderen leuk!
Van wie zou dat bootje zijn?
Ik heb 2 zomers op een bootje doorgebracht.
Lekker bootje.
We staan klaar met het bootje.
De eigenaar van Bootje Varen kwam een soortgelijk evenement tegen in Zweden.
Ze stelen het bootje.
Je verstopt je achter een bootje.
Er komt een bootje.
Giethoorn en bootje varen horen bij elkaar.
Geen idee hoe lang ik al in dat bootje ronddobberde.
En nu gaat ieder in zijn eigen bootje naar het vasteland.
En dan is m'n huis van veraf net een bootje op zee.
Er komt een bootje.
Kamperen en bootje varen is toch de perfecte vakantie!