Examples of using Cale in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Cale, luister naar me.
Cale, alsjeblieft.
Dus Cale is dat Valkenberg kind?
Cale, alsjeblieft.
Leuk je te ontmoeten, Cale.
Je houdt ze niet alleen, Cale.
Zij zij is geen huisdier, Cale.
Oh. Ik had een droom gisteren, Cale.
Ik kan je zien, Cale.
Niet bewegen, Cale.
Cale en Akima worden gevangen.
Levertijd: 5- 8 dagen Portugal 1961 Wein Porto Cale….
Hé, ik ben 't, Cale.
Stith, niet vuren.- Het is Cale.
Hij heet Cale Erendreich. Cale Erendreich.
Hij heet Cale Erendreich. Cale Erendreich.
Ik wil Cale spreken.
Cale kan ontsnappen in een Drej-schip en keert trug naar de Valkyrie.
Is ze op gehaald. Cale nam haar mee naar het ziekenhuis,
Cale nam haar mee naar het ziekenhuis, Maar tegen de tijd