Examples of using Check in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik post mijn check op de eerste.
Check en check.
Check de huizen. Ze gingen er snel vandoor.
Oké, dus check regelmatig met je P.
Ook kan er sprake zijn van een willekeurige check.
Check, check en check.
Check, markering 1.
Check op secundaire initiators.
Iedereen krijgt zijn bonus check.
Voor…?-Sound check.
En check social media of hij ergens heeft ingecheckt of is getagd.
Check elke locatie die we kennen.
Laatste check.
Het gebruiken van de'Rogain', check.
Check register.
My jacket's gonna be cut slim and check.
Zuurstof check.
Nice? Danielle, come check this out.
Check net in, zeg hallo.
Integriteit wordt ook vaak getoetst tijdens een pre-employment check.