DAT BEEST in English translation

• that animal
• that beast
• that thing
• that creature
• that dog
• that critter
• that monster
• that mutt
• that sucker
• that brute
• that beastie

Examples of using Dat beest in Dutch and their translations into English

Ik kon dat beest niet uitstaan.
I couldn't stand that dog.

Dan is dat beest van Len.
Well, there you go. That critter belongs to Len.

Dat beest heeft de Generaal nog steeds vast.
That creature still has a hold of the General.

Dat beest rukte bijna z'n arm af.
That animal of hers nearly tore his arm om.

Ledereen moet weten wat dat beest me heeft aangedaan.
What that monster did to me.

Euro per zak. Dat beest, dat eet.
Euros per bag. That beast that eats.

Je berijdt dat beest erg goed.
You're riding that thing pretty well.

Laat dat beest zwijgen.
Shut that mutt up or I will.

Zij kunnen dat beest doden.
Kill that creature. They can hunt and.

Overwinning. Heb je dat beest helemaal zelf gedood?
Victory. Did you kill that critter all by yourself?

Dat beest is gestoord.
That dog is weird.

Wat doet dat beest hier?
What's that animal doing here?

Ja dat beest kan hier niet blijven Cis.
Yes, that beast can't stay here Cis.

Goed, waar is dat beest?
Okay, where's that sucker?

Vanavond legt ie dat beest op de barbecue.
He will have that thing on the barbecue tonight.

Dat beest is niet uw vader.
That creature is not your father.

Dat beest verdient geen genade.
That animal deserved no mercy.

Dat beest jaagt vast weer op konijnen in het park.
That mutt is probably chasing some rabbit around the park… Hmmmm.

Als we dat beest slachten.
If we slay that beast.

Kom terug met dat beest!
Come back with that critter!