Examples of using Echt getrouwd in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jake, we zijn niet echt getrouwd.
Ik kan niet geloven dat we echt getrouwd zijn.
Ik weet dat Robin nooit echt getrouwd is.
Wacht. Wij zijn echt getrouwd.
Wacht. Wij zijn echt getrouwd.
Maar ik ben echt getrouwd.
Nou, ik waardeer de eerlijkheid, maar totdat je echt getrouwd bent.
We zijn niet echt getrouwd.
Jij en ik… We zijn niet echt getrouwd.
Nou, ze zijn niet echt getrouwd.
Dus we zijn echt getrouwd.
We zijn niet echt getrouwd.
Niemand weet hoe vaak hij echt getrouwd is geweest.
Ongelooflijk. Rose is echt getrouwd.
Ze zijn niet echt getrouwd.
Charlie denkt dat je echt getrouwd bent.
Ik ben niet echt getrouwd.
Dus we zijn niet echt getrouwd?
We zijn niet echt getrouwd, maar.
En we hebben bevestigt dat zij een echt getrouwd koppel zijn die wonen in Makaha.