Examples of using Echt uitleggen in Dutch and their translations into English
{-}
- 
                        Colloquial
                    
 - 
                        Official
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Medicine
                    
 - 
                        Financial
                    
 - 
                        Computer
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Official/political
                    
 - 
                        Programming
                    
 
Ik kan het niet echt uitleggen, het is gewoon… Ik heb het gevoel dat ik de Lu-Qiri nooit onder controle kan krijgen totdat ik mijn gedachten in orde krijg over al het andere.
Ik heb hem nooit echt uitgelegd wat ik kan doen.
Dat werd nooit echt uitgelegd.
Hij heeft ons niet echt uitgelegd wat je deed op de bomlocaties, dagen voor de aanslagen.
Dit is nooit echt uitgelegd, maar aanwijzingen in het milieu
Ik moet het echt uitleggen.
Dat kan ik echt uitleggen.
Moeten we dat haar echt uitleggen?
Ik kan het nu niet echt uitleggen.
Moet ik het echt uitleggen?
Moet ik het je echt uitleggen?
Moet ik u dat echt uitleggen?
Moet ik je dat echt uitleggen?
Moet ik je dat echt uitleggen?
Waarom niet? Moet ik dat echt uitleggen?
Waarom niet? Moet ik dat echt uitleggen?
Moet ik dat echt uitleggen? Waarom niet?
Moet ik dat echt uitleggen? Waarom niet?
Ik kan het niet echt uitleggen. Zoals drugs.
Hij kon niet echt uitleggen wat hem had gedreven.